Door René Vorderman.
Mustafa Göbel (57) is voorzitter van Turkse Kracht. Op zijn zestiende kwam hij in Nederland wonen. 4 mei is volgens hem een cruciale dag voor de Nederlandse samenleving.
Een Joods meisje loopt over de Brink in Deventer, ziet een groene Volkswagen Kever en ontdekt dat de auto een Duits nummerbord heeft. Woedend rent ze richting het koekblik en begint er tegenaan te trappen en te slaan. Zo hard, dat het voertuig onder de deuken komt te zitten.
Een tafereel dat anno 2014 ondenkbaar is, maar Turkse Kracht-voorzitter Mustafa Göbel maakte het als jonge vent mee. Het deed hem de ernst beseffen van het trauma dat de Tweede Wereldoorlog heeft veroorzaakt. ‘Dodenherdenking is een cruciale dag voor onze samenleving’, vindt hij daarom. ‘Er zijn vreselijke dingen gebeurd en in mijn optiek moet er respect worden getoond als het op dit onderwerp aankomt.’
Ook een voormalige buurvrouw van hem, die de littekens op haar borst liet zien als gevolg van de oorlog, maakte indruk. ‘Ik realiseerde me meer en meer welke verschrikkingen hebben plaatsgevonden.’ Op 4 mei is hij altijd stil. Hij zegt soms zelfs kippenvel te krijgen van het jaarlijkse bezinningsmoment. ‘Ik heb de oorlog niet meegemaakt, maar mede door de verhalen die ik heb gehoord, leef ik mee met de slachtoffers.’
Göbel kwam als zoon van een gastarbeider op zijn zestiende in Nederland wonen. Als zogeheten tweede generatie-allochtoon hoorde hij de verhalen over de oorlog uit de eerste hand. De kinderen en kleinkinderen van zíjn generatie hebben volgens Göbel niet altijd genoeg besef van de wreedheden tussen ’40 en ’45. ‘Aan ons de taak de verhalen te blijven vertellen. Ik zie daarin ook een rol weggelegd voor Turkse Kracht. We zijn niet alleen een sportclub, maar willen ons ook op maatschappelijk vlak laten gelden.’
Hij wil van dodenherdenking een ‘agendapunt’ maken bij zijn vereniging. Misschien wil Göbel zelfs herdenken in het clubhuis. De voorzitter hoopt in elk geval te bereiken dat jeugdige leden te allen tijde respect tonen voor degenen die herdenken. ‘Dat ze niet ongeïnteresseerd doorfietsen als ze iemand op straat af zien stappen omdat hij stil wil zijn, maar bijvoorbeeld ook zelf afstappen.’
Bovendien, zegt Göbel, zijn de zogenoemde Turkse jongeren gewoon Nederlanders. ‘Ze zijn in dit land geboren en opgegroeid en zullen waarschijnlijk oud worden in Nederland. Dit is hun samenleving! Ze hebben het recht om te weten wat er gebeurd is en daarbij stil te staan. Voor deze jongeren is Turkije een vakantieland.’
Göbel zelf heeft vijf kinderen. Eén van zijn dochters werd op 4 mei geboren en viert dit jaar haar achttiende verjaardag. Hoewel, vieren… ‘Dat kan eigenlijk niet en doen we ook niet’, zegt Göbel. ‘We eten samen, maar het feest is later.’ Toch kan 4 mei 2014 een speciale dag voor hem worden: Turkse Kracht heeft tegen Davo aan een punt genoeg om kampioen te worden en voor het eerst in de historie te promoveren naar de derde klasse. Göbel: ‘Dat gaan we wel vieren, omdat het voor de club een unieke prestatie is. Maar om acht uur zijn we absoluut stil.’