Ernst Brinkmann werd in juni 1923 geboren in het huis aan de Welle 2 en groeide later op in het huis aan de Van Twickelostraat 1 (toen 14). Zijn naam staat hieronder op de lijst van zwaargewonden van het Sint Josef Ziekenhuis in verband met het bombardement op 28 oktober 1944.
Je kunt dus zeggen een jongen uit de Noordenbergbuurt.
Als katholieke jongen voltooide hij zijn HBS op Rolduc (kostschool) in Kerkrade. Deze woonplaats staat daarom genoteerd op zijn ‘Ausweis’
Als zoon van een textielfabrikant met een atelier aan Lindenstraat 6 (de huidige Fermerie), zou hij ná de oorlog de textielschool in Enschedé gaan volgen.
Om dienstplicht te ontlopen werd echter eerst een strategische keuze gemaakt. Hij liet zich inschrijven aan de Tropische Landbouwschool in Deventer. Met deze keuze haalde hij zijn ‘Ausweis’ binnen omdat hier de toekomstige producenten van voedsel werden opgeleid. De reden voor de enorme toeloop van studenten was directeur Duinhouwer bekend en hij eiste van ieder een volledige inzet.
Maar deze vrijstelling voor dienstplicht werd tussen D-Day (6 juni 1944) en Dolle Dinsdag (5 september 1944) in fasen onderuit gehaald. Hitler besluit op 30 augustus om de Atlantik Westwall weer in staat van paraatheid te brengen en o.a. te verlengen via de IJssel.
Daarvoor was immers veel mankracht nodig voor het zogenaamde ‘Putjesgraven’ (het aanleggen van verdedigingswerken). De sfeer wordt grimmiger omdat burgers gedwongen worden.
Burgemeester Wttewaall die weigert mee te werken, duikt op 18 september 1944 onder[1].
De NSB-er Hendrik van der Molen wordt waarnemend burgemeester die feller optreedt met het vervaardigen van eerst een oproep en daarna het ‘Bevel’.
Op 27 september gaat de oproep de deur uit die als volgt luidt:
‘De burgemeester der gemeente Deventer doet een beroep op de mannelijke ingezetenen, aan wie het mogelijk is om zich vrijwillig op te geven voor de arbeidsinzet in het stadsgebied zich te melden bij O.T.-Einheit, Borgele, Diepenveen tegenover ’t Löken Lookersdijk.
Belooning Fl,- 5,- per dag, alsmede volledige voeding, met inbegrip van rookwaren.
Zij, die deze werkzaamheden kunnen verrichten, dienen zich zooveel mogelijk te melden in het belang der overige stadgenooten’.
Deze laatste zin is later gecorrigeerd in:
‘Zij bevorderen hierdoor in het belang van de overige stadgenooten, dat de normale gang van zaken in de gemeente Deventer als gevolg van den arbeidsinzet zoo min mogelijk wordt verstoord.
Deventer, 27 september 1944
De wn burgemeester voornoemd,’[2]
In deze tijd was zelfs de Ausweis die mijn vader had gekregen als leerling van de Middelbare Koloniale Landbouwschool, geen garantie meer op een vrijwaring van deze razziale arbeidsinzet.
Hij was inmiddels, al sinds september ondergedoken, samen met zijn vriend Frans Bertels, in het confectiebedrijf van de familie aan de Lindenstraat 6 (o.a. het huidige pand van de Fermerie).
Tijdens het geallieerde bombardement op Deventer werd rond 16.00 uur na de panden aan de Kapjeswelle, Van Twickelostraat, Molenstraat, Graaf van Burenstraat, Lindenstraat, hoek Ossenweerdstraat, uiteindelijk ook het échte doel bereikt: De spoorbrug van Deventer[3].
Mijn ondergedoken vader raakte zwaar gewond met schade aan been en gezicht. Een nog overeind staande deurpost heeft hem uiteindelijk het leven gered.
Zijn ongedeerde vriend Frans Bertels haalde hulp door over de muur[4] te klimmen tussen het confectiebedrijf en zijn ouderlijk huis waar zijn vader een huisartsenpraktijk had.
In oorlogssituaties zorgt een massale toestroom van gewonden in een beperkt tijdsbestek voor een andere aanpak in de chirurgie. Alleen het hoognodige kan worden uitgevoerd. Zo werden de gezichtsverwondingen alleen gehecht terwijl de glasdeeltjes zijn verdere leven soms ’s morgens op zijn kussen te vinden waren. Ook na het verwijderen van een granaatscherf uit zijn linker onderbeen, moesten de spieren en zenuwen zelf hun weg weer vinden naar een soort van genezing.
Een doorslagje van een getypte brief (zie foto bovenaan) aan het Vecozo-Ziekenfonds op 4 maart 1957 laat weten dat Ernst tot medio december was opgenomen in het ziekenhuis[5] en daardoor niet aan deze oproep gehoor kon geven.
Dat de verbetenheid van burgemeester Van der Molen na dit bombardement gewoon doorging, blijkt uit de inhoud van een dwingend ‘Bevel’[6].
Daarin staat o.a.:
Alle mannen in de leeftijd van 17 t/m 40 jaar zich moeten aanmelden voor den arbeidsinzet.
Het bevel wordt afgesloten met de zinnen die toenemen in lettergrootte:
‘Het is aan alle bewoners der gemeente verboden hun woonplaats te verlaten’.
Met als afsluitende weerzinwekkende zin:
‘Op hen, die pogen te ontvluchten of weerstand te bieden, zal worden geschoten’.
Hoe het na het ontslag uit het ziekenhuis en na de bevrijding met mijn vader is gegaan weet ik (nog) niet.
[1] Ach Lieve Tijd ‘1000 jaar Deventer en Deventenaren’ 1989-1991 Uitgeverij Waanders, pg 217
[2] SAB dossier ID 1382, Inv nr 1402, aanvraagnummer 25021
[3] Saricon BV: Grondradar onderzoek uiterwaarden Deventer 2011 pg 9 vd 50
[4] Foto muur en achtergevel Confectiebedrijf / Fermerie uit Colofon Wij Deventer december 2017
[5] SAB met ID 0950 dossier 377: Staten houdende de namen van de slachtoffers als gevolg van de oorlogshandelingen in de jaren 1944 en 1945, voor zover opgenomen in het Sint-Jozefziekenhuis
[6] SAB dossier ID 1382, Inv nr 1402, aanvraagnummer 25021