Willie Damen: omgekomen tijdens dwangarbeid in Duitsland

Willie Damen: omgekomen tijdens dwangarbeid in Duitsland

Zijn zoon Jack vertelt zijn verhaal aan Wim de Jong, lid 4 mei comité

Ik ben met mijn pen en kladblok op bezoek bij Jack Damen om het verhaal te horen en te noteren over zijn vader. Die werkte als dwangarbeider in Duitsland en kwam daar in 1944 om het leven. Hij was daar door de PTT gestationeerd. Jack heeft gereageerd op een oproep van het 4 meicomité van Deventer om verhalen over oorlogsslachtoffers. Hij is 82 jaar en woont al jaren met zijn vrouw in Twello. Als lid van de Historische Vereniging Voorst mag hij graag zoeken in archieven en erover schrijven. Geschiedenis en familieverhalen zijn door Jack opgetekend en in boekwerkjes verwerkt, voorzien van documenten en foto’s. Achterliggende documentatie heeft hij geordend in zijn eigen archief. Dat vastleggen van gebeurtenissen heeft hij denkelijk van zijn vader. Die had weinig opleiding genoten, maar had duidelijk aanleg voor schrijven. Dat hij op zijn 23ste al tweede secretaris was van de Deventer Postfanfare is dan ook niet verwonderlijk. Hij had er ook plezier in om het dagelijks gebeuren vast te leggen. Dat blijkt wel uit de door hem beschreven gebeurtenissen in de eerste jaren van de oorlog en later ook in de brieven tijdens zijn tewerkstelling.

Twintig Jaar geleden begon Jack onderzoek naar de te werkstelling, verblijf, arrestatie en de dood van zijn vader, zie foto links. Een drive om dat te doen was enerzijds het gebrek aan informatie over zijn arrestatie en het daaropvolgend proces, anderzijds de innerlijke drang om hem niet als vergeten “onbekend” oorlogsslachtoffer te laten verdwijnen. Jack maakte daarom in 2006 met zijn vrouw een soort pelgrimage naar München. Hij bleef er een kleine week, bezocht archieven en plaatsen waar zijn vader verbleef, werkte, gevangen zat en mogelijk begraven is. Ook bracht hij een bezoek aan de gevangenis Stadelheim. Hij kreeg daar een rondleiding. Wat hij in drie dagen boven tafel kreeg ging alle verwachtingen te boven. De reis heeft hem uiteindelijk een zekere rust gebracht. Dat beaamt ook zijn vrouw. Jack erkent dat er nog een los eindje is: een bevestiging dat zijn vader zich bevindt in een massagraf op het Perlacher Friedhof. Hij ziet zich – gelet zijn leeftijd – niet nogmaals naar München gaan voor een verder onderzoek. 

Vader Willie (Wilhelm Johannes Theodorus) werkte vanaf zijn 16e bij de PTT. “Dat had mijn opa, zelf als PTT’er werkzaam, voor hem geregeld”.  Ook had zijn opa hem opgegeven voor muziekles bij de fanfare van de PTT en hij speelde er klarinet en saxofoon. “Zo ging het toen”. Een dierbaar aandenken is er nog van hem. Het staat bij Jack op de kast in de huiskamer: vaders trekharmonica. Eén van zijn maten heeft het na de oorlog mee teruggebracht uit Duitsland. “Er komt nog steeds muziek uit!”

Op 17 februari 1943 vertrok Willie op last van de PTT Deventer naar München. Onderduiken, wat sommigen deden, was voor hem geen optie. Zijn gezin moest toch een inkomen hebben en zijn vader werkte ook bij de PTT.

Hij en anderen werkten vooral op de nachtposttreinen en het sorteercentrum in München. Ze hadden het daarginds overigens niet slecht. Er was een vrijheid van bewegen. Dat blijkt ook uit foto’s van een ontspannen zwembadbezoek. Vast met muziek!
“Vader is eenmaal twee weken thuis geweest in juli 1943, met vakantie, zeg maar. Men mocht bij toerbeurt met verlof. Maar als er één niet terugkeerde, dan mocht de volgende niet weg. Een sluw en bekend drukmiddel. Uiteraard werd er veel heen en weer geschreven. In mijn moeders bezittingen heb ik echter niets meer kunnen vinden, waarschijnlijk heeft zij die als puur persoonlijk, niet willen achterlaten”. Rechts een groepsfoto uit München.

Jack weet dat een brief met beschrijving van zo’n prettig uitstapje in handen is gekomen van de leiding van de PTT in Deventer. Die misbruikte het vervolgens als promotie voor het gaan werken in Duitsland. Het is mijn moeder nagedragen. Jack vermoedt dat mede daardoor het jaren heeft geduurd voordat de financiële zaken waren afgehandeld. Dankzij steun van de familie en volkstuintjes was er altijd voldoende te eten, op feestdagen zelfs een stukje wild. Het waren eenzame en moeilijk jaren, alleen je weg vinden en dat gold voor heel veel mensen in die tijd. Bitterheid is er bij hem naar de PTT. “Een dergelijk staatsbedrijf had het voor nabestaanden en teruggekomen werknemers toch wel beter kunnen regelen”. Een fatsoenlijke herdenking van zijn vader, noch van anderen heeft bij zijn weten nooit plaatsgevonden. Het enige herdenkingsbericht van omgekomen PTT’ers uit de regio dat Jack heeft kunnen vinden, vermeldt in een notitie dat zijn vader door ziekte is overleden. “Door dit alles ging ik nooit naar herdenkingen op 4 mei. Mogelijk nu voor het eerst”.

Willie werkte in een postsorteercentrum. Nu is het een hotel, weet Jack. Het noodlot sloeg daartoe op 1 december 1943. Toen werd Willie opgepakt. Er werd al extra op hem en anderen gelet, omdat er regelmatig belangrijke poststukken verdwenen. Uiteindelijk werd hij slechts veroordeeld voor het in bezit hebben van een pakje sigaretten dat hij gestolen zou hebben uit een Feldpostbrief. Dat heeft hij overigens steeds ontkend. Willie werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden. Hij kwam daardoor in de gevangenis Stadelheim te München.

Jack heeft de processtukken ingezien tijdens zijn verblijf in München. Uit enkele, in het Duits vertaalde, zeer persoonlijke brieven blijkt ook dat de familie betaald heeft voor een advocaat om Willie bij te staan. Jack kan zich overigens moeilijk voorstellen dat zijn vader zo naïef was dat hij straf riskeerde voor het verdonkeremanen van poststukken of pikken van sigaretten. Aan de andere kant: er is ook een schriftelijk getuigenis van een medegevangene en collega over hem dat hij weldegelijk saboteerde en zo ook zijn steentje bijdroeg aan het verslaan van Nazi-Duitsland.

Medio 1944 werd de stad München regelmatig gebombardeerd door de geallieerden. Tijdens het bombardement op 12 juli werd een deel van de gevangenis Stadelheim getroffen door enkele bommen. Die werden gelost door een aangeschoten vliegtuig. De zuidelijke vleugel van het gebouw en de op het binnenterrein bestaande kapel werden getroffen. Drie gevangenen vonden de dood. Willie is één van hen. Hij is zwaargewond binnengebracht in een nabijgelegen kliniek en daar aan zijn verwondingen overleden. Volgens de officiële overlijdensverklaring is dat op 19 juli. De verklaring van een medegevangene en andere documenten spreken dat tegen. De vraag blijft dus hoelang hij als zwaargewonde nog heeft geleefd. De familie kreeg dat officiële bericht met een brief gedateerd pas op 14 oktober. Daarin stond ook dat Willie als naamloos lijk is begraven op het nabijgelegen Perlacher Friedhof. Hij en anderen zijn in 1960 vermoedelijk herbegraven in een massagraf. Naspeuringen van het Rode Kruis hebben zijn aanwezigheid daar niet kunnen bevestigen.

‘De naam van mijn vader en die van 242 andere vermisten staan vermeld op een herdenkings-monument van de OORLOGSGRAVENSTICHTING op het Waldfriedhof te Frankfurt am Main. De PTT vond één monument in Den Haag voldoende voor al zijn werknemers’.

Interview in januari 2023 door Wim de Jong, lid 4 mei comité.